SCHOENPLAATJES INSTELLING

6 STANDAARD BOOGLENGTE VOOR INITIËLE NOPPENPLAATSING
Stel de booglengte in op basis van het verschil tussen schoenmaat en gemeten booglengte. Als de booglengte langer of korter is dan de schoenmaat, wordt de schoenplaat verplaatst met 4 mm per verschil in grootte. * Als de schoenmaat 43 is en de booglengtemaat 44, moet de schoenplaat 4 mm naar voren worden bewogen, in de richting van het teenuiteinde, vanuit de middenpositie van de schoen.
Als de gemeten booglengte en schoenmaat gelijk zijn, plaatst u de schoenplaat op de standaard schoenplaatpositie (zie onderstaande tabel) die zich in het midden van de bal van de voet bevindt.
Als de gemeten booglengte langer is dan de schoenmaat, beweegt u de schoenplaat naar voren, in de richting van de teenkant, de vereiste lengte vanuit de middenpositie.
Als de gemeten booglengte korter is dan de schoenmaat, beweegt u de schoenplaat terug, richting de hielzijde, de vereiste lengte vanuit de middelste positie.
7 GEOPTIMALISEERDE NOPPENPLAATSING EN AFSTELLING
Met het SHIMANO Brannock-voetmeetapparaat is het ook mogelijk om de schoenplaatjes te bevestigen in de aanbevolen schoenplaatpositie in het midden van de bal van de voet. Nadat u de schoenplaat op de standaardpositie hebt ingesteld, kunt u de schoenplaatpositie nauwkeuriger afstemmen om het fietsbeheer te verbeteren.
ROAD/XC Pedaalstabiliteit ME Pedaal- en fietsbediening
(Rider-toon) AM Controle over
de fiets AFSTELBEREIK VOOR
NOPPEN Standaard Wijde Standaard + extra achteruit Achterwaarts