Tekst: Irmo Keizer en Nas-Raddine Touhami
Foto’s: Irmo Keizer & Tom Bergman
Twee dagen vol, natuurschoon, wielergeschiedenis, befaamde beklimmingen en verborgen parels. Langs idyllische plekken, door vervallen dorpen en eindigend in het rauwe Roubaix. Een tocht die vol beleving zit, garant staat voor afzien, ontdekking en bovenal genieten. De Super Classic is een aaneenschakeling van de mooiste stukken van onze geliefkoosde Belgische voorjaarklassiekers, mét een flink toefje extra. Onbekend, maar het maakt de tocht en het zal niet langer onbemind zijn. Een fietsbeleving die uitdaagt, afmat, maar je fietshart laat stralen. 475 kilometer, 4600 hoogtemeters, ontelbare mooie wegen, vergezichten en herinneringen. Dagen om van bij te komen, maar waarvan je lang zal kunnen nagenieten. Eén tocht, twee dagen, 7 (semi)klassiekers. Alweer de derde editie van de Super Classic, een tocht waar je ellenlange teksten over kunt schrijven, maar die je het best kunt beleven.
Vanachter het vergeelde gordijn klinkt geroezemoes. Het verweerde gebouw staat op haar laatste been. Verzakt, gescheurd, getekend maar levend. Een plek vol ontmoetingen, gesprekken en talloze pintjes. Een blik in het portiek laat een tientallen jaren oude deur zien, met stickers uit diezelfde tijd. Binnen zit men nog, pratend, lachend en drinkend. Café In de Oude Smis van Meking. We weerstaan de verleiding en draaien de volgende kasseienstrook op.
De benen roffelen er nog lustig op los. Het bedje van kasseien wekt vertrouwen én rolt lekker weg onder de brede bandjes. Als een loper ontvouwen de fraaie stroken zich terwijl we steeds dieper de finale in duiken.
Vorige week was de herfst er nog, vandaag is het zomer. Rondom ons ontpoppen velden van koolzaad. Knallend groen met schreeuwend geel overal om ons heen. De weg doorklieft het boerenlandschap in rechte lijnen, dwars door de subtiele glooiingen van het terrein.
België ’s karakter spat ervan af. In twee dagen doorkruizen we het land en bedwingen er iconisch beklimmingen. De koeltorens van Tihange zijn getuige van de beklimming van de Muur van Huy. Onze tocht is een ode aan voorjaarklassiekers en alle verborgen parels die België rijk is.
Stilte om ons heen. Voor ons lonkt de zoveelste kasseienstrook, verloren in het niemandsland dat we doorklieven. Een beproeving voor mens en machine. Bij de juiste cadans en snelheid een genot, volledig in harmonie.
Ver weg van de stadsdrukte meanderen we door de vreedzame velden. Een met onszelf en alleen het geluid van een kletterende ketting die de stilte doorbreekt.
Zweetdruppels biggelen als parels van ons hoofd. Zwoegen tot en met op hellingen waar iedere kassei een stukje wielerhistorie met zich meedraagt.
Historie is de rode draad van dag twee. In de velden van Vlaanderen kun je er niet omheen. De omgeving ligt bezaaid met restanten en stille getuigen van de gruwelen die zich hier afspeelden in de Eerste Wereldoorlog. Honderdduizenden sneuvelden er. Talloze begraafplaatsen liggen hier tot op de dag van vandaag piekfijn verzorgd. Adembenemend en confronterend, vrijheid is geen vanzelfsprekendheid en dat mag niet vergeten worden. Bijna symbolisch stijgt er net een vlucht duiven voor onze wielen op. Vogelvrij net als wij, wanneer we prompt de grens met Frankrijk hebben overschreden.
Lille doemt in de verte op. Ruraal maakt plotsklaps plaats voor verstedelijking. De oude stadspoort werpt ons terug in de tijd.
Charme, verpaupering en grandeur gaan hier hand in samen. Het contrast met de futuristische gebouwen even verderop kan niet groter.
De speeltijd is voorbij, de finale is in volle hevigheid losgebarsten. De gevreesde kasseien van Paris-Roubaix liggen klaar voor een laatste martelgang op weg naar ons moment van glorie. De ideale lijn verstopt zich achter meedogenloze brokken steen. Handen, benen, wielen en banden, alles heeft het zwaar. Moegestreden maar voldaan trekken we naar de streep in Roubaix.
De douches wachten. Befaamd, berucht, geliefd en gehaat. Het eindpunt van een koers vol contrast. Snoeiharde kasseien zonder gelijken. Het kaf wordt hier keer op keer weer volledig gescheiden van het koren. Glorie, afzien, pijn en tranen. De mythische Vélodrome André Pétrieux in Roubaix slaat het keer op keer gaande.
Ooit competitief mountainbiker, vandaag de dag verknocht aan de wielrenfiets. De passie voor de fiets is de afgelopen 15 jaar alleen maar gegroeid. Als liefhebber van racen en prestaties, en voorvechter van de wielercultuur trek ik er graag op uit om nieuwe wegen te ontdekken. Het kostte Nas-Raddine dan ook weinig moeite om mij te overtuigen om deel te nemen aan zijn Super Classic.
Van nature ben ik geen voorstander van lange afstanden, sterker nog mijn langste rit voor de Super Classic was ‘maar’ 180 kilometer. Een stap in het onbekende op zoek naar de grenzen van mijn kunnen. Het zijn twee onvergetelijke dagen geworden waarin ik een ander, vooral heel mooi, België heb leren kennen. In 470 kilometer dwars door België en Noord-Frankrijk heb mijzelf weer een beetje leren kennen, grenzen heb verlegd en gevecht tegen de elementen overwonnen.
Wij kozen ervoor om deze route in twee dagen te rijden en realiseren ons dat dit voor velen een fysiek een brug te ver kan zijn. Gelukkig zijn er langs de route talrijke B&B’s om er een drie- of vierdaagse van te maken. Dit maakt de Super Classic voor iedereen een toegankelijk uitdaging.
Tussenstops
• Mur Cycling & Coffee in Huy
• Oud Beersel Bierhuis in Beersel (Brussel)
• In de Oude Smis van Mekingen in Mekingen
• Hotond Café op de top van de Hotondberg in Kluisbergen
• Rijselstraat in Menen
• Vieux Lille kent een weelde aan leuke eet- en drinkgelegenheden