nl-BE

SCHOEN PASSEN

De optimale schoenmaat wordt gevonden door het meten van de booglengte, voetlengte en breedte. Deze dimensioneringsinformatie kan vervolgens worden gecontroleerd met de schoenmaattabel om de schoenmaat en -breedte te vinden die het best overeenkomt met de fietser.

Het apparaat klaarmaken

Maak het apparaat klaar door de breedtebalk af te stellen op zijn breedste stand en de aanwijzer van de voetholtelengte helemaal naar achteren te schuiven.
Zo kan de voet eenvoudig op het apparaat worden geplaatst.

Meting

1 KLAARMAKEN VOOR METING

Doe de schoen uit. Zet de rechter- of linkerhiel in de betreffende hielkap. Ga staan met evenveel gewicht op beide voeten. Ga na of de hiel helemaal naar achteren in de kap staat.

2 DE VOETHOLTELENGTE METEN

Zoek de bal van de voet op. Schuif de aanwijzer tot hij uitgelijnd is met de bal van de voet. Lees de stand van de voetholtelengte af die uitgelijnd is met de aanwijzer.

3 DE VOETLENGTE METEN

Druk de tenen plat tegen de basis van het apparaat. Meet de voetlengte vanaf het uiteinde van de langste teen.
*Let op: de langste teen is niet bij iedereen de grote teen.

4 DE VOETBREEDTE METEN

Schuif de breedtebalk naar de rand van de voet. Lees de voetbreedte af die overeenkomt met de gemeten voetlengte.
*Als de lengtemeting bijvoorbeeld 43 was, zie je op deze foto dat de bijbehorende breedte “Wide” (breed) is.

Vind de juiste schoenen

Kies met deze informatie de juiste schoenmaat aan de hand van de tabel in het midden van het apparaat.

SCHOENPLAATJES INSTELLING

De aanvangspositie van het schoenplaatje instellen op grond van je voetholtelengte

Stel de aanvangspositie van het schoenplaatje in op grond van het verschil tussen de schoenmaat en de gemeten voetholtelengte. Als de voetholte langer of korter is dan de schoenmaat, kan het schoenplaatje vanaf de middenlijn van het afstelbereik zoveel naar voren of naar achteren worden gezet als het verschil op de schaalverdeling.
*Als de juiste schoenmaat bijvoorbeeld 43 is en de meting van de voetholtelengte 44, dan moet het schoenplaatje (afstand A) naar voren worden gezet, richting het uiteinde van de teen, vanaf de middenlijn van het afstelbereik van het schoenplaatje op de schoenzool.

Als de gemeten booglengte en schoenmaat gelijk zijn, plaatst u de schoenplaat op de standaard schoenplaatpositie (zie onderstaande tabel) die zich in het midden van de bal van de voet bevindt.

Als de gemeten booglengte langer is dan de schoenmaat, beweegt u de schoenplaat naar voren, in de richting van de teenkant, de vereiste lengte vanuit de middenpositie.

Als de gemeten booglengte korter is dan de schoenmaat, beweegt u de schoenplaat terug, richting de hielzijde, de vereiste lengte vanuit de middelste positie.

Standaard schoenplaatpositie is het midden van de bal van de voet

Standaard schoenplaatpositie tabel

Geoptimaliseerde noppenplaatsing en afstelling

Met het SHIMANO personaliseerbare Brannock Device® met een tabel voor voetmaten kun je ook schoenplaatjes in de aanbevolen positie in het midden van de bal van de voet bevestigen. Nadat je het schoenplaatje in de standaardpositie hebt gezet, kun je de positie nauwkeurig afstellen om de controle over de fiets te verbeteren.