FAQ Categorie
Probeer het nog eens met een andere zoekterm.
De energiemeter kan niet verbonden worden met een weergaveapparaat. (F-8010)
Zijn er vereisten waaraan moet worden voldaan om Krachtvectorgegevens te gebruiken? (F-5030)
Sommige functies zijn niet beschikbaar in regio's waar SHIMANO ID niet kan worden geregistreerd. Klik hier voor meer informatie
Waarom is er een update om de nauwkeurigheid van de vermogensmeter te verbeteren en wat verandert er in de geregistreerde vermogenswaarden? (F-7010)
De verbetering van de vermogensnauwkeurigheid corrigeert het verschil in vermogenswaarden als gevolg van de binnenste en buitenste positie van het voorblad.
De SHIMANO-vermogensmeter ontvangt de informatie over de versnellingsstand van een compatibele Di2-achterderailleur en corrigeert de vermogenswaarden op basis van de binnenste en buitenste posities van het voorblad.
Welke modellen hebben de functie voor het verbeteren van de vermogensnauwkeurigheid? (F-7020)
De volgende SHIMANO-vermogensmetermodellen hebben deze functie: FC-R9200-P en FC-R8100-P.
Heeft de vermogensmeter SHIMANO DURA-ACE FC-R9100-P de functie voor verbeterde vermogensnauwkeurigheid nodig? (F-7030)
Nee. Dit model heeft geen correctie nodig omdat het verschil tussen de binnenste en buitenste vermogenswaarden van het voorblad verwaarloosbaar is.
Wat heb ik nodig om de instellingen voor het verbeteren van de vermogensnauwkeurigheid te configureren? (F-7040)
Werk de firmware van de compatibele Di2-achterderailleur bij naar de nieuwste versie en configureer vervolgens de instellingen om de vermogensnauwkeurigheid te verbeteren.
Hoe configureer ik de instellingen om de vermogensnauwkeurigheid te verbeteren? (F-7050)
Open E-TUBE PROJECT Cyclist en tik op de fiets die in Mybike is geregistreerd om de instructies te vinden. Volg deze instructies om de instellingen te configureren.
In de volgende gevallen worden de instructies niet weergegeven:
Raadpleeg als het bovenstaande het geval is de handleiding om de instellingen te configureren.
Moet ik de instellingen voor het verbeteren van de vermogensnauwkeurigheid slechts één keer configureren? (F-7060)
Ja, de instellingen voor het verbeteren van de vermogensnauwkeurigheid hoeven maar één keer geconfigureerd te worden. Als de instellingen eenmaal zijn geconfigureerd, worden ze opgeslagen. Sommige instellingen moeten opnieuw geconfigureerd worden nadat de Di2-achterderailleur of vermogensmeter is vervangen.
Ik heb problemen met het configureren van de instellingen voor het verbeteren van de vermogensnauwkeurigheid. Wat moet ik doen? (F-7070)
Het is mogelijk dat uw vermogensmeter niet goed communiceert met de onderdelen van de Di2-achterderailleur.
Raadpleeg (1) en (2) hieronder om de instellingen opnieuw te configureren.
(1) De ANT-communicatie op de Di2-achterderailleur is uitgeschakeld: sluit het Di2-systeem aan op E-TUBE PROJECT Cyclist, ga naar het scherm Aanpassen > Draadloze instellingen en schakel ANT-communicatie in.
(2) De achterderailleur van een andere fiets is verbonden met de vermogensmeter: sluit uw vermogensmeter aan op E-TUBE PROJECT Cyclist en ga naar het scherm Aanpassen >Verbetering van de vermogensnauwkeurigheid om de informatie over de gekoppelde achterderailleur te bekijken.
Als de gekoppelde achterderailleur op een andere fiets zit, verbreek dan de koppeling. Verbind vervolgens de achterderailleur die u wilt koppelen aan de vermogensmeter met de app, en configureer de instellingen opnieuw voor de verbetering van de vermogensnauwkeurigheid.
Kan ik de instellingen voor de verbetering van de vermogensnauwkeurigheid ook configureren als mijn fiets in E-TUBE PROJECT Cyclist niet in Mybike is geregistreerd? (F-7080)
Kan ik de ritgegevens die zijn verkregen met verbeterde vermogensnauwkeurigheid bewerken in SHIMANO CONNECT Lab? (F-7090)
SHIMANO CONNECT Lab heeft geen functie waarmee u de ritgegevens kunt bewerken die zijn verkregen zonder de verbeterde vermogensnauwkeurigheid.
Welke invloed hebben de instellingen voor de verbetering van de vermogensnauwkeurigheid op het energieverbruik van de vermogensmeter? (F-7100)
Zie de tabel voor energieverbruik.
Continue bedieningstijd | |
Minimum | 70 uur |
Maximum | 270 uur |
Waarom moet ik zowel ANT® als Bluetooth® LE inschakelen in de instellingen van de energiemeter? (F-8020)
Dit is nodig om verbinding te kunnen maken met meerdere apparaten om gegevens weer te geven en te registeren.
Bluetooth® LE, bijvoorbeeld, is ontworpen voor één-op-één-communicatie. De energiemeter kan geen verbinding maken met andere apparaten terwijl deze verbonden is met een smartphone. Door ANT® te gebruiken, kan de energiemeter verbinding maken met meerdere apparaten. Bovendien gebruiken Bluetooth® LE en ANT® niet hetzelfde communicatieprotocol. Zo kunt u kiezen welk protocol u gebruikt.
Om krachtvectorgegevens te ontvangen op uw Garmin®-apparaat, moet u zowel ANT® als Bluetooth® LE instellen voor gegevensoverdrachten.
Klik hier voor de aanbevolen verbindingsmethode.
Opgelet: door meerdere gegevensoverdrachten in te schakelen, zal de accu van de energiemeter sneller ontladen.
Klik hier voor meer informatie over het aantal uren aan continu gebruik van een energiemeter.
De gegevens verzonden door de energiemeter worden niet weergegeven. (F-8030)
Mijn energiemeter ontlaadt snel en het aantal uren aan continu gebruik is laag. (F-8040)
Wanneer zowel ANT® als Bluetooth® LE zijn ingeschakeld voor gegevensoverdrachten, kunt u een van beide uitschakelen in overeenstemming met uw vereisten, om het accuverbruik van de energiemeter te verlagen.
Echter, om krachtvectorgegevens te ontvangen op uw Garmin®-apparaat, moet u zowel ANT® als Bluetooth® LE instellen voor gegevensoverdrachten.
Klik hier voor meer informatie over het aantal uren aan continu gebruik van een energiemeter.
Ik weet niet hoe ik de krachtvectorgegevens verzonden door mijn energiemeter kan weergeven op verschillende apparaten of hoe ik de geregistreerde gegevens kan analyseren met SHIMANO CONNECT Lab. (F-5010)
U moet instellingen configureren in E-TUBE PROJECT, communicatie van energiemeter naar apparaat inschakelen, gegevens uploaden naar onze server en SHIMANO CONNECT Lab gebruiken. Klik hier voor meer informatie.
Een energiemeter in publicatie wordt niet gedetecteerd op mijn Garmin®-apparaat. (F-8050)
De energiemeter wordt mogelijk beïnvloed door de draadloze communicatie-omgeving of reeds gekoppelde apparaten. Raadpleeg dit document hier, probeer de pairing verschillende keren uit te voeren door de stappen 6 tot 8 in STAP 2 te volgen in een omgeving waar er geen andere draadloze apparaten zijn.
Ik ontvang geen krachtvectorgegevens op mijn Garmin®-apparaat via communicatie via Bluetooth® LE. (F-8060)
Om krachtvectorgegevens te ontvangen op uw Garmin®-apparaat, moet u zowel ANT® als Bluetooth® LE instellen voor gegevensoverdrachten. Klik hier voor meer informatie.
Een deel van de ritgegevens ontvangen op mijn Garmin®-apparaat wordt niet weergegeven. (F-8070)
Wanneer gegevens worden ontvangen via Garmin® Connect IQ™, is het mogelijk dat een deel van de gegevens niet geanalyseerd worden. Door gelijktijdig communicatie via Bluetooth® LE te gebruiken, kunnen de gegevens worden weergegeven. Klik hier voor meer informatie.
Na Connect IQ™ heb ik de instellingen op mijn Garmin®-apparaat zo geconfigureerd dat krachtvectoren worden geregistreerd, maar ze worden niet geregistreerd. (F-8080)
Selecteer [Force Vector Viewer] als item dat moet worden weergegeven op minstens een van de meerdere schermen van uw Garmin®-apparaat.
Mijn Garmin®-apparaat geeft het vermogen niet weer. Hoe geef ik het vermogen weer? (F-8090)
Om krachtvectorgegevens te ontvangen op uw Garmin®-apparaat, moet u zowel ANT® als Bluetooth® LE instellen voor gegevensoverdrachten. Klik hier voor meer informatie over de configuratieprocedure.
Ik ontvang geen krachtvectorgegevens op mijn Wahoo-apparaat via communicatie via Bluetooth® LE. (F-8100)
Wahoo-apparaten kunnen geen krachtvectorgegevens ontvangen via communicatie via Bluetooth® LE. Gebruik ANT®-communicatie. Klik hier voor meer informatie.
Slechts een deel van de gegevens wordt weergegeven en geregistreerd. (F-8110)
Controleer dat de instellingen voor het weergaveapparaat overeenkomen met de instellingen voor gegevensoverdracht in uw energiemeter. Wanneer u een Garmin®-apparaat gebruikt, moet u Garmin® Connect IQ™ gebruiken en de instellingen voor communicatie via ANT® en Bluetooth® LE dienovereenkomstig configureren. Klik hier voor meer informatie.
Welke versie van de firmware van de energiemeter is nodig om krachtvectoren te kunnen weergeven? (F-6010)
Gebruik altijd de nieuwste versie van de firmware van de energiemeter.
Klier hier voor de procedure om de firmware bij te werken naar de nieuwste versie.
Het is moeilijk om het display van de krachtvectoren te zien tijdens het fietsen. (F-8120)
We raden af om te blijven kijken naar het display wanneer u buiten aan het fietsen bent. Dit is namelijk gevaarlijk. Krachtvectorgegevens dienen te worden geregistreerd als ritgegevens en te worden gebruikt voor analyse met SHIMANO CONNECT Lab. Om het display in real time te zien, dient u voorzichtig te zijn en uw veiligheid te verzekeren, bijvoorbeeld door een rollenbank te gebruiken.
Kan ik mijn ritgegevens geregistreerd met E-TUBE RIDE en andere apparaten integreren en beheren als enkelvoudige ritgegevens op SHIMANO CONNECT Lab? (F-5020)
Gegevens worden telkens als individuele ritgegevens behandeld. We raden aan dat u één van de types gegevens beheert als uw ritgegevens.
De vector op het display verschilt van de richting waarin het pedaal wordt geduwd. (F-6020)
Voer de magneetkalibratie correct uit. Klik hier voor meer informatie over deze procedure.
De energiewaarden lijken niet accuraat te zijn. (F-6030)
Werk de firmware op uw vermogensmeter bij naar de nieuwste versie en configureer vervolgens de instellingen om de vermogensnauwkeurigheid te verbeteren.
Tik hier voor informatie over het configureren van de instellingen.
Als de vermogenswaarden nog steeds onnauwkeurig lijken, voer dan een nul-offset kalibratie uit. Tik hier voor meer informatie.
Waarom kunnen de vermogenswaarden verschillen van de waarden van vermogensmeters van derden? (F8100)
Er zijn verschillende soorten vermogensmeters, zoals crankgebaseerde, pedaalgebaseerde en naafgebaseerde vermogensmeters. Verschillen in vermogenswaarden kunnen optreden vanwege de volgende factoren,
Waarom wordt het vermogen of de cadans soms weergegeven of geregistreerd nadat ik ben gestopt met trappen? (F8110)
Wanneer u tijdens het fietsen stopt met trappen, kunnen de vermogens- of cadansgegevens van vlak voordat u stopte met trappen maximaal 3 seconden worden weergegeven of geregistreerd. SHIMANO-vermogensmeters gebruiken een magneet voor een betere reactie als het trappen start, waardoor uw cadans al kan worden gemeten bij minimaal 20 rpm. Ten tweede maakt de magneet het mogelijk om ook de zeer gedetailleerde krachtvectormetingen uit te voeren.
De LED-verlichting van de energiemeter knippert rood tijdens nul-offset kalibratie. (F-6040)
Er zijn mogelijk enkele problemen opgetreden tijdens de nul-offset kalibratie. Controleer dat de connector correct is aangesloten en voer de nul-offset kalibratie opnieuw uit. Klik hier voor meer informatie.
Cadans wordt niet weergegeven. (F-6050)
Mogelijk ontbreekt de magneet of deze is mogelijk niet correct gemonteerd.
Als de magneet ontbreekt of niet correct is gemonteerd, neem dan contact op uw plaats van aankoop of een distributeur voor ondersteuning.
Cadanswaarden lijken niet accuraat te zijn. (F-8130)
Er is mogelijk een andere cadanssensor gemonteerd.
Als een andere sensor is geïnstalleerd, de-installeert u deze of schakelt u de instelling uit.
De energiemeter laadt niet op. (F-6060)
Connect IQ™ Force Vector Viewer geeft de gegevens niet correct weer. (F-8140)
Het probleem wordt mogelijk opgelost door de Force Vector Viewer in te stellen op hetzelfde gegevensveld.
Bepaalde of alle gegevens die door Connect IQ™ Force Vector Viewer zijn opgehaald, worden niet in de Garmin Edge® geregistreerd. (F-8150)
Wanneer u een vermogensmeter in Force Vector-modus aansluit op uw Garmin Edge® via Connect IQ™, moet u een activiteitsprofiel kiezen waarvoor de Force Vector Viewer is ingesteld op een gegevensveld.
Het is bovendien mogelijk dat de gegevens niet worden geregistreerd in de Garmin Edge® indien het gegevensveld van de Force Vector Viewer niet wordt weergegeven wanneer het registeren start, in het bijzonder na het ontwaken uit de slaapstand. Het probleem wordt mogelijk opgelost door de automatische slaapstand van uw Garmin Edge® uit te schakelen.
De sectie Veelgestelde vragen lost mijn probleem niet op. (F-6070)
Probeer de hardware van de energiemeter opnieuw in te stellen.