De renner:
Jezelf goed voeden was een uitdaging, vooral omdat ik elke dag een heel eind fietste. Dat betekende dat ik niet altijd tijd had om uitgebreid te lunchen. Als het even kon, nam ik papas rellenas, oftewel gefrituurde aardappelkroketjes gevuld met een mix van gehakt en groenten. Ik vond ze lekker omdat ze gemakkelijk verkrijgbaar waren en een goede bron waren van koolhydraten, vet en zout.
Overdag at ik meestal als een normaal mens (of nog minder), maar bij het avondeten veranderde ik in een reus. Ik belandde meestal ergens en bestelde dan twee maaltijden achter elkaar, wat de ober in verwarring bracht. Ze vroegen me dan: "Para llevar?" (meenemen?). Ik antwoordde dan: "Nee, breng het eten nu maar... Ik eet het wel op." Daarna ging ik nog naar een kleine buurtwinkel en dan sloeg ik snoepgoed in voor op mijn hotelkamer.