Even later komen we in de voormalige arbeiderskolonie, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Een bewoner wast zijn auto, terwijl de roze driewieler van zijn dochter iets verderop staat. De kleine, van rode baksteen gebouwde huizen ogen verweerd. Een Duitse vlag, faal en vies, hangt aan de binnenkant van een schuur. Het mos op de daken, de algen op de muur, het afbladderende schilderwerk. De charmante huisjes staan er nog, de mensen wonen er nog, maar je ziet hier ook duidelijk dat er zware tijden zijn geweest.